Zodra de operatiecyclus van de HeatCycle start, beginnen eerst de circulatiepomp en ventilator. Daarna de vuilwaterpomp en vervolgens de compressor. De cyclus eindigt bij gebrek aan afvoerwater of warmtevraag.
Begin van de cyclus
- Opstarten van de componenten.
-
De componenten worden opgestart in onderstaande volgorde:
- Circulatiepomp en ventilator;
- Verwarmingswater wordt gecirculeerd tussen warmtepomp en boiler of open verdeler.
- De elektronica wordt gekoeld.
- Vuilwaterpomp;
- Vuilwater wordt meermaals gecirculeerd tussen warmtepomp en vuilwaterzak/-tank.
- Compressor.
- Koudemiddel wordt gecomprimeerd in de compressiecyclus, waardoor het bij een hogere temperatuur kan condenseren dan dat het is verdampt.
Het vuilwater geeft zijn warmte af aan het koudemiddel in de verdamper van de warmtepomp. De compressor pompt het koudemiddel rond en verhoogt de druk, zodat het in de condensor een hogere temperatuur kan afgeven aan het verwarmingswater.
Het temperatuurverschil tussen vuilwater en verwarmingswater is aan het begin van de cyclus meestal nog het kleinst, waardoor de warmtepomp het efficiëntst en stilst draait. Later neemt dit temperatuurverschil toe: het vuilwater wordt koeler en het verwarmingswater warmer. De warmtepomp moet dan harder werken.
Zie eventueel ook Componenten→Warmtepomp of Vuilwaterzak→Extra uitleg.
- Circulatiepomp en ventilator;
-
Midden van de cyclus
- Warmtelevering aan boiler of ruimteverwarming.
- Schakelen dumpklep zodra vuilwater ver is afgekoeld.
De temperaturen van het vuilwater, verwarmingswater en de boiler worden constant gemonitord, net zoals de volheid van de vuilwaterzak/-tank.
Zodra de aanvoertemperatuur van het vuilwater vanaf de vuilwaterzak/-tank aardig koud wordt (ongeveer 3°C), dan schakelt de dumpklep. Hierdoor wordt het koude vuilwater weer via de filtercasing in de afvoerpijp gedumpt, zodat de zak of tank wordt geleegd.
Zie eventueel ook Componenten→Warmtepomp of Filtercasing→Extra uitleg.
Einde van de cyclus
-
- Beëindiging zodra aan warmtevraag is voldaan of er geen afvoerwater meer beschikbaar is.
- Pauzeren warmtepomp.
De cyclus wordt beëindigd zodra aan één van onderstaande twee voorwaarden is voldaan:
-
De vuilwaterzak/-tank is nagenoeg leeg. Er zal meestal een klein laagje in blijven staan.
-
Er is geen warmtevraag meer:
- tapwater: de boiler heeft de setpointtemperatuur gebruikt
en
- ruimteverwarming: er is geen stroming in het verwarmingscircuit.
Ook wordt de cyclus beëindigd in het geval van het meten van ongebruikelijke waarden.
Na het uitvoeren van een operatiecyclus wordt de HeatCycle voor bepaalde tijd gepauzeerd ter bescherming van de levensduur. Bij de meeste systemen is dit ingesteld op 1 uur.
Zie eventueel ook Componenten→Warmtepomp of Vuilwaterzak→Extra uitleg.
-
Om te bepalen wanneer de operatiecyclus van de HeatCycle start, lees je dit artikel:
Wanneer gaat de HeatCycle aan?
Voor begrip van de componenten en hun werking, lees je dit artikel:
Uit welke componenten bestaat de HeatCycle en hoe werken die?