Naast de Pomp AO zijn er nog enkele andere, belangrijke onderdelen in je verwarmingssysteem. In totaal zijn er 4 hoofdonderdelen met elk hun eigen functie. Lees in dit artikel welke onderdelen dit zijn en wat ze doen.
1. De thermostaat
De thermostaat meet voortdurend de temperatuur in je huis. Deze vergelijkt hij met de temperatuur die jij hebt ingesteld. Is de temperatuur in je kamer lager dan dat je hebt ingesteld? Dan is er een warmtevraag en mag je verwarming aan gaan.
Hoe deze warmtevraag wordt doorgegeven aan je verwarmingssysteem, kan op veel verschillende manieren. Het simpelste is een contactje dat sluit als de kamer te ver is afgekoeld. Dit kun je vergelijken met een (simpele) deurbel. Dit is het signaal waar onze Control Unit mee werkt.
Sommige thermostaten geven een modulerend signaal. Dit betekent, heel simpel gezegd, dat als de kamer niet heel koud is, ze een 'zachter' signaal sturen en de Pomp AO of cv-ketel niet vol gas aan hoeft te gaan.
Deze modulerende thermostaten kunnen het signaal in een bepaald patroon sturen. Dit zijn bijvoorbeeld OpenTherm thermostaten, of thermostaten die alleen met een bepaalde ketel samenwerken. Ons systeem kan niet met deze thermostaten samenwerken.
2. De Pomp AO en cv-ketel
Wanneer de thermostaat een warmtevraag stuurt, gaan de Pomp AO en/of de cv-ketel aan om warmte te produceren. De Pomp AO doet dat door warmte uit de buitenlucht te halen. Hoe deze dat precies doet, kun je hier lezen: Hoe werkt een warmtepomp?
Belangrijk om te weten is dat een warmtepomp warmte uit de buitenlucht haalt. Is het buiten koud? Dan is er ook minder warmte om uit deze lucht te halen. Vandaar dat de Pomp AO bij koude buitentemperaturen ondersteuning nodig kan hebben van een cv-ketel.
Een cv-ketel gebruikt aardgas als brandstof om warmte te maken. Hierdoor kan een cv-ketel ook verwarmen bij hele koude buitentemperaturen en tot een hoge watertemperatuur.
De temperatuur tot welke de Pomp AO en/of de cv-ketel je verwarmingswater opwarmt, wordt de afgiftetemperatuur genoemd. De Pomp AO kan dit tot 60 graden en een cv-ketel tot 80 graden.
3. Leidingen, radiatoren en vloerverwarming
Het warme water uit de Pomp AO en cv-ketel wordt via de verwarmingsleidingen naar je afgiftesystemen gepompt. Je afgiftesysteem bestaat uit radiatoren, vloerverwarming, of een combinatie van de twee. Bij de meeste woningen zitten de afgiftesystemen achter elkaar aangesloten op de leidingen. Het warme water uit de Pomp AO en/of cv-ketel stroomt dus eerst door de ene radiator, dan door de tweede, etc.
Stroomsnelheid
Hoe snel het verwarmingswater door de radiator of vloerverwarming stroomt, bepaalt hoeveel warmte er aan de lucht wordt afgegeven. Deze stroomsnelheid is te regelen met de radiatorkraan. Een radiatorkraan is handmatig verder open of dicht te zetten. Je hebt ook radiatorkranen die verder open of dicht gaan, aan de hand van de temperatuur bij de radiator. Deze worden thermostaatkranen genoemd.
Je wilt niet dat alleen de eerste radiator in het systeem al het warme water krijgt, maar dat dit gelijk verdeeld wordt over je afgiftesystemen. Hiervoor zitten er voetventielen op de systemen. Zie ook deze pagina hierover.
Vloerverwarmingsverdeler
De vloerverwarming heeft ook kranen waarmee de snelheid van het verwarmingswater per vloerverwarmingslus wordt geregeld. Deze zitten verzameld in de vloerverwarmingsverdeler. Ook deze kunnen, afhankelijk van het type, handmatig of automatisch aangepast worden.
Op deze afbeelding is een handmatig in te stellen verdeler te zien. De grote witte knoppen aan de bovenkant kunnen gedraaid worden om de doorstroming per verwarmingslus in te stellen.
Open en gesloten vloerverwarmingsverdelers
Er zijn twee typen vloerverwarmingsverdelers: open en gesloten verdelers. Gesloten verdelers hebben een mengpomp er op zitten. Deze zie je op bovenstaande afbeelding aan de linkerkant. De mengpomp mengt warm verwarmingswater met kouder retourwater om de ideale temperatuur voor je vloerverwarming te bereiken. Heb je een afgiftesysteem met radiatoren én vloerverwarming? Dan kun je op deze manier hoge temperatuur verwarmingswater gebruiken voor je radiatoren, en lagere temperatuur water voor de vloerverwarming.
4. Het expansievat
Wanneer water opwarmt, neemt het in volume toe. In de metalen leidingen in je verwarming kan dit water nergens heen. Er moet dus ruimte worden gecreëerd.
Die ruimte komt van het expansievat. Dit vat bevat een flexibel rubberen membraan dat meeveert zodra het warme water uitzet, waardoor de druk in het hele systeem constant blijft.